Citroenjam met of zonder vlierbloesemlikeur

Plaats een klein bordje in de koelkast.

Steriliseer de bokalen.

Schraap heel dun de citroenschil van alle 7 citroenen af.
Gebruik daarvoor een fijne rasp.

Pers 4 à 5 citroenen uit.
U heeft 250 ml citroensap nodig.

Schraap het vruchtvlees uit van 3 van de 4/5 citroenen die u uitgeperst heeft.
Haal de witte vliesjes er zoveel mogelijk uit.

Als u in het bezit bent van vlierbloesemlikeur, giet dan nog 250 milliliter bij de citroenjam en kook dit mee met de rest van de ingrediënten.

De zeste (rasp van citroen) met het water, suiker, vruchtvlees en citroensap in grote pan langzaam, al roerend, aan de kook brengen.
Laat de jam pruttelen totdat de jam de juiste dikte heeft bereikt.
Als de jam te dik wordt, voeg wat water toe, beetje bij beetje.

Controleer of de jam voldoende gestold is.
Haal het bordje uit de koelkast en schep er een eetlepel hete jam op.
Laat de jam 1 tot 2 minuten afkoelen en hou het bordje schuin.
Als de jam een vaste consistentie heeft dan is deze voldoende ingekookt.
Anders moet de jam nog wat langer koken.

Schuim de jam af (indien nodig) en vul de gesteriliseerde jampotten of weckpotjes zo hoog mogelijk met de hete jam.
Gebruik een trechter om morsen te voorkomen.
Jampotten: Sluit de jampotten meteen.
Draai de jampotten regelmatig om zolang de citroenjam nog heet is, daardoor blijft de zeste en het vruchtvlees goed verdeeld in de jam.
Weckpotten: Sluit de weckpotten met de inmaakring, glasdeksel en weckklemmen en weck de jam in een inmaakketel gedurende 30 minuten op 90 graden.