Appelgelei

Plaats een klein bordje in de koelkast.

Steriliseer de bokalen.

Was de appels, verwijder het steeltje en de kroost en snijd ze in kleine stukken.
Doe ze in een pan, voeg het citroensap toe en zet ze net onder water.
Breng de appels aan de kook.
Zet het vuur lager en kook het geheel op een matig vuur gedurende ongeveer 20 à 25 minuten totdat de appels zacht zijn.

Doe de appels samen met het kookvocht in een vergiet waar u een neteldoek in heeft gelegd.
Zet daar een pan onder en vang het vocht op.
Duw met een lepel de moes zoveel mogelijk door de neteldoek.
Giet het sap in een maatbeker en kijk hoeveel sap u overgehouden heeft.
Voeg per 100 ml sap 55 gram geleisuiker toe.

Giet het sap terug in de pan.
Zet de pan op het vuur en voeg de geleisuiker toe.
Breng de gelei aan de kook en laat de gelei 4 minuten koken.

Controleer of de jam voldoende gestold is.
Haal het bordje uit de koelkast en schep er een eetlepel hete jam op.
Laat de jam 1 tot 2 minuten afkoelen en hou het bordje schuin.
Als de jam een vaste consistentie heeft dan is deze voldoende ingekookt.
Anders moet de jam nog wat langer koken.

Schuim de jam af (indien nodig) en vul de gesteriliseerde jampotten zo hoog mogelijk met de hete jam.
Gebruik een trechter om morsen te voorkomen.
Sluit de jampotten meteen en laat afkoelen.