Verwarm het citroensap samen met de suiker op een laag vuur tot de suiker opgelost is. Laat het mengsel kort afkoelen.
Giet onder voortdurend roeren 50 cl van de rode wijn voorzichtig bij het citroensap. Voeg nu de rest van de rode wijn toe. Let op dat er geen suikerklontjes ontstaan.
Tip: Toch last van suikerklontjes? Verwarm het mengsel onder voortdurend roeren op een laag vuur.
Schil de peren en verwijder de klokhuizen. Snijd de peren in vieren en voeg ze toe aan de wijn.
Verwarm dit alles op een laag vuur. Laat de peren 10 minuten zachtjes koken tot ze zacht zijn.
Schep de peren met een schuimspaan uit de kookpot. Houd ze apart.
Snijd de vanillestokjes overlangs en schraap er met een mes de zaadjes uit. Voeg de zaadjes samen met de peperkorrels en de laurierblaadjes toe aan de rode wijn.
Breng dit mengsel opnieuw aan de kook. Laat de saus 20 minuten op middelhoog vuur koken tot er een siroop ontstaat.
Zeef de wijnsaus door een neteldoek. Of gebruik een schuimspaan om de saus te zeven en de peperkorrels en de laurierblaadjes uit de kookpot te vissen.
Leg de stukken peer in gesteriliseerde weckpotten. Overgiet de peren met de gezeefde wijnsaus.
Weck de weckpotten gedurende 30 minuten op 90 graden.