Breng het water aan de kook.
Haal de blaadjes van de klaprozen, was ze en doe ze in een grote pan met deksel.
Giet het kokende water over de blaadjes en voeg het citroensap toe. Roer goed door en dek de pan af. Laat de klaprozen 16 uur trekken.
Zeef het klaprozenwater door een neteldoek in een trechter en vang het op in een kookpot. Gooi de bloemblaadjes weg.
Voeg per liter klaprozenwater 570 gr geleisuiker toe.
Zet de kookpot op het vuur en verwarm langzaam de klaprozengelei. Roer goed tot de geleisuiker opgelost is. Zet het vuur hoger en breng de gelei aan de kook. Laat het 3 minuten op een hoog vuur doorkoken tot de gelei voldoende gestold is.
Tip: Schep een eetlepel warme gelei op een koud bordje uit de koelkast. Als de gelei na 1 minuut een vaste consistentie heeft is de gelei voldoende ingekookt.
Vul gesteriliseerde jampotten zo vol mogelijk met de warme gelei. Gebruik een trechter om de randen proper te houden en morsen te voorkomen. Draai de deksels op de jampotten en laat volledig afkoelen.