Maak de champignons schoon. Verwijder het steeltje en snijd indien gewenst in plakken.
Pel en versnipper de ui.
Plet de jeneverbessen en peperkorrels in een vijzel.
Breng het water samen met de azijn en de basterdsuiker aan de kook. Voeg hier gemberpoeder, serehpoeder, tijm, mosterdzaad en zout aan toe. Voeg ook de gebroken jeneverbessen en peperkorrels toe. Laat het mengsel 5 minuten koken.
Voeg de champignons toe en laat ze 2 minuten op hoog vuur koken.
Neem de kookpot van het vuur en laat het mengsel afkoelen.
Zet het afgekoelde mengsel met de champignons een nacht in de koelkast. Dek de kookpot goed af.
Giet de champignons af en laat ze in een vergiet uitlekken.
Vul een gesteriliseerde goed afsluitbare glazen pot met de champignons. Bedek de champignons met een laag laurierblaadjes. Dit helpt om de champignons beter te bewaren.
Overgiet dit alles met de olijfolie tot het volledig onderstaat. Sluit de pot goed en bewaar het op een koele, donkere plaats.